Praktisch ingesteld zijn is een kernkwaliteit die in veel banen van pas komt. Hieronder bespreken we wat praktisch zijn betekent en hoe je het op een positieve manier inzet. We sluiten af met 4 tips om je praktische talent optimaal te gebruiken.

Inhoudsopgave
Wat betekent praktisch zijn?
Praktisch zijn betekent dat je denkt in oplossingen en gericht bent op doen. Je houdt ervan om dingen aan te pakken, vooruit te komen en resultaten te behalen. Iemand die praktisch is, verliest zich niet snel in eindeloos nadenken of plannen maken – die gaat liever direct aan de slag.
In de praktijk betekent dat:
- Je bent doelgericht. Je bedenkt snel wat nodig is om iets gedaan te krijgen.
- Je houdt van overzicht en structuur. Je weet welke stappen er gezet moeten worden.
- Je denkt in mogelijkheden. Je ziet snel wat wél kan, zelfs als iets niet loopt zoals gepland.
- Je bent handig in organiseren of uitvoeren. Of het nu gaat om het plannen van een evenement, het oplossen van een probleem of het maken van iets – jij maakt het werkbaar.
Voor werkgevers is praktisch zijn vaak een gewilde eigenschap, omdat het betekent dat je niet stilvalt bij tegenslag en vaak zelfstandig kunt werken.
Voorbeelden praktisch zijn
Synoniemen voor praktisch zijn nuttig, doelmatig en pragmatisch.
Het tegenovergestelde van praktisch is theoretisch. Dan ben je dus vooral bezig met denken en onderzoeken, in plaats van uitvoeren. Sommige mensen hebben meer talent voor praktisch werk, anderen voor theoretisch denken. Beiden vullen elkaar aan.
Praktisch geschoold of theoretisch geschoold
Het verschil tussen praktisch geschoold en theoretisch geschoold zit vooral in hoe je bent opgeleid en wat voor soort werk je leert doen.
✅ Praktisch geschoold
Als je praktisch bent geschoold, heb je een opleiding gevolgd waarbij de nadruk ligt op doen. Je leert vooral door ervaring op te doen en vaardigheden in de praktijk toe te passen. Denk aan mbo-opleidingen of vakopleidingen waarbij je werkt met je handen, met mensen of in uitvoerende processen.
Kenmerken:
- Leren door te doen (stage, praktijkopdrachten)
- Gericht op specifieke beroepen (bijv. kapper, verpleegkundige, monteur)
- Sterk in uitvoeren, regelen en aanpakken
Voorbeelden van praktisch geschoold werk:
- Timmerman
- Verzorgende IG
- Kok
- Chauffeur
- Installatiemonteur
📚 Theoretisch geschoold
Bij een theoretische opleiding ligt de nadruk op begrijpen, analyseren en kennis opdoen. Je leert concepten, modellen en theorieën waarmee je complexe problemen leert oplossen. Denk aan hbo- en wo-opleidingen waarin je leert om plannen te maken, beleid te schrijven of onderzoek te doen.
Kenmerken:
- Veel studie, lezen, onderzoeken en analyseren
- Gericht op denken, plannen en sturen
- Vaak voorbereidend op leidinggevende of adviserende functies
Voorbeelden van theoretisch geschoold werk:
- Beleidsadviseur
- Psycholoog
- Marketingstrateeg
- Jurist
- Onderzoeker
🔄 Combinatie
In de praktijk vullen beide vormen elkaar aan. Veel organisaties hebben zowel praktisch geschoolde mensen nodig om het werk uit te voeren, als theoretisch geschoolde mensen om het beleid, de strategie of planning te verzorgen.
Het is goed om je bewust te zijn van dit verschil als je solliciteert. Benadruk bij praktisch geschoolde functies je ervaring en vaardigheden. Bij theoretische functies kun je juist je analytisch vermogen, onderzoeksvaardigheden of denkniveau uitlichten.
Wat betekent praktisch ingesteld zijn?
Je bent praktisch ingesteld als je van nature bezig bent met de uitvoering van taken. Je wil niet te lang nadenken, maar gewoon aan de slag. Daarnaast laat je je niet afleiden door emoties, onnuttige bezigheden en analyses.
Kernmerken van een praktische instelling:
- Rechtlijnig denken
- Resultaatgericht
- Hoofdzaken van bijzaken onderscheiden
- Zakelijke houding
- Geen uitstelgedrag
Praktische mensen houden vaak niet van lang afwegen voordat ze iets doen, tenzij het puur is om een nuttige keuze te maken. Daarom hebben ze meestal een hekel aan vergaderingen.
Voorbeelden van praktisch zijn
Pragmatische mensen hebben dus bepaalde kenmerken, maar wat betekent het concreet? Dit zijn voorbeelden van praktisch gedrag:
- Denken: je bent vooral bezig met “Wat is er nodig om te doen en hoe krijgen we dat zo snel mogelijk voor elkaar?” Bijvoorbeeld: in een nieuw team maak je meteen een taakverdeling, zodat alles gedekt is.
- Aanpak: een manier van werken waarbij probleemoplossing voorop staat.
- Instelling: dit gaat over je mindset, die vooral gericht is op de uitvoering. Bijvoorbeeld: je eerste reactie op nieuwe input is om meteen een stappenplan te maken en het liefst al te starten met de eerste stap.
Valkuilen van een praktische instelling
Praktische mensen houden vaak niet van overleggen en analyseren. Toch is overleg nodig als je samenwerkt met anderen. Nadenken over de consequenties van je acties zorgt er bovendien voor dat fouten worden voorkomen.
Praktische types kunnen dus ongeduldig worden en daardoor niet zorgvuldig te werk gaan. Daarnaast kan het slecht voor je reputatie zijn om altijd té praktisch te werk te gaan.
Wie zich niet bezighoudt met de sociale kant van het werk, wordt niet collegiaal gevonden.
Praktisch denken inzetten als kwaliteit
De voordelen van een praktische instelling zijn groot. Je krijgt dingen voor elkaar en je werkt snel omdat je geen tijd verspilt aan bijzaken.
In bedrijven met een vergadercultuur zijn mensen nodig die knopen doorhakken en aan de slag gaan.
Vaak wordt een pragmatische instelling dus wel gewaardeerd, het ligt eraan hoe je het brengt. De kunst is om jezelf te profileren als praktisch talent en niet alleen een botte hork.
Dus, hoe zet je praktisch denken in op het werk op een positieve manier?
1. Denk in oplossingen
Als je liever niet te lang overlegt, maar gewoon aan de slag wil gaan, kun je overkomen als kritisch op de ideeën van anderen.
Probeer om je kritiek om te zetten in werkbare oplossingen.
Draag oplossingen aan en stel meteen voor om zelf een paar punten op te pakken.
2. Laat anderen vergaderen
Iedereen is anders en heeft zo zijn eigen teamrol met zijn eigen kwaliteiten.
Praktisch ingestelde mensen botsen vaak met collega’s die graag overleggen of lang bezig zijn met plannen maken.
Probeer je niet te ergeren aan het gebrek aan actie van anderen, maar ga zelf alvast aan de slag met iets wat je wél kunt doen.
Tijdens de vergadering kun je ook voorstellen om te notuleren of om een actielijst te maken.
3. Oefen je geduld
Geduld is een schone zaak.
Als je praktisch ingesteld bent, is het soms moeilijk om je geduld te bewaren, omdat je gewoon aan de slag wilt.
Toch moet je geduld oefenen om samen te werken met anderen.
Lees hier 10 tips om geduldiger te worden.
4. Trek praktische taken naar je toe
Als je merkt dat je geïrriteerd raakt door het gebrek aan actie op je werk, kan het dat je niet meer op je plek zit.
Dat hoeft niet te betekenen dat je van baan moet wisselen.
Door job crafting geven steeds meer mensen hun eigen functie vorm, door taken van zich af te stoten en naar zich toe te trekken.
Overleg met je leidinggevenden of je nieuwe taken kunt krijgen, of vraag aan een collega om taken uit te wisselen.
Jij kunt je dan richten op de praktische kant van jullie werk.







